Snorrekelàh.
Een goede nachtrust doet wonderen. Ik was weer redelijk opgevrolijkt vanochtend. Dat kwam ook doordat we vandaag iets leuks gingen doen: snorkelen! Ik had er al zin in hoor. We moesten om 8 uur al bij Aqualand zijn waar we weer het ‘ik-vind-het-niet-erg-als-ik-dood-ga-formulier' moesten ondertekenen. We kregen weer flippers, een masker en een snorkel en gingen op pad. Dit keer met een kleinere en iets snellere boot, en dichter bij de kust, dus ik voelde me prima. We stopten ergens na een kwartier varen en daar gingen we dan. Het was echt heel gaaf om te zien. Ik heb allerlei gekleurde tropische vissen gezien, een hele gekke rood-zwart-witte zeester en een zwart-gele zeeslang. En veel koraal natuurlijk en zeeeeeeegels.
Na een uurtje zwemmen klommen we weer op de boot om naar een dieper gelegen reef te varen. Helaas was dit op een wat ruwer gedeelte van de zee en ik voelde alweer figuurlijke nattigheid. Hup, het water in voordat het begint, dacht ik. We hebben 5 à 10 minuten gewommen in dit diepere deel van de zee. Er waren hier veel meer vissen (wel dezelfde als die we eerder zagen) dus dat was echt vet. Je zwom echt tussen die scholen vissen. Ze waren opmerkelijk rustig zolang je zelf ook maar rustig blijft drijven. Als je een onverwachte beweging maakte schiet die hele school vissen als een razende tussen de planten. Het was heel gaaf om te zien, maar het zwemmen ging een stuk lastiger door de golven. En dat was niet het enige probleem. Ik dacht dat je alleen zeeziek kon worden op een boot, maar het blijkt ook in het water te kunnen. Oh shit, dacht ik, niet weer. Maar ik was niet de enige. Ellie voelde zich ook niet goed. Met zijn tweeën hingen we aan de boot, maar Jack en Melanie hadden ook al genoeg gezien en waren bereid om terug te gaan. Fjuuuuuw. Net op tijd.
We gingen direct terug naar Aqualand, waardoor mijn toestand dit keer niet zo erg werd. Ik weet nu wel dat de zee en ik geen goede combinatie zijn. Jammer, want er is veel moois te zien en te doen en ik hou wel van zwemmen. Maarja. Dromen als zwemmen met dolfijnen en een duikcursus volgen zal ik toch maar uit mijn hoofd moeten verbannen.
Na ons snorkelavontuur werden we naar Forty Thieves gebracht. Toen ik opgedroogd was ging ik op pas naar mijn internetstamcafé, maar daar aangekomen bleek de verbinding niet te werken. Shizzle. Stuk voor niets gelopen en drie keer zo duur uit. Maarja, de keuze tussen verbranden op het strand of verhalen schrijven op internet is snel gemaakt, dus ik zit momenteel in het cybercafé van Forty Thieves om jullie van nieuw leesvoer te voorzien. De rest van de dag ga ik niets boeiends doen. Lezen, cola kopen en vanavond misschien uit. Of niet.
Maandag vertrek ik met de andere 2-maanders naar Mwaluganje Elephant Sanctuary. Ik verblijf dan t/m donderdag in een ander kamp in een olifantengebied. Ik heb gehoord dat er meer olifanten te zien zijn op de safari (die ik over een paar weken ga doen) maar ik heb er alsnog wel zin in. Ik kan jullie volgend weekend waarschijnlijk nog wat verhalen vertellen hierover, maar daarna kampeer in 13 dagen in het Tsavo National Park (zie kaart) en heb ik geen internet. Jullie zullen dus alvast een andere weekendactiviteit moeten plannen, sorry!
Nog even wat opheldering. Ik lees dat jullie zeer geschokt zijn door mijn verhalen, maar ik kan jullie geruststellen. Mijn kampgenoten zijn in nuchtere toestand erg aardig en ik maak me er verder niet druk om. Ook denken jullie waarschijnlijk dat Sally een of andere onhandelbare losgeslagen puber is, maar ik kan jullie garanderen dat ze een van de liefste personen is die ik ken. Haar dronken toestand was mede te danken aan problemen met haar medicijnen.
Mijn hoofdpijn e.d. zijn over, ik ben weer helemaal in orde. (Op een zeeziekerig nagevoelletje na dan.) Ik ben zeer blij dat de post is aangekomen, veel sneller dan ik had verwacht! Blijkbaar schuilt er een goed postsysteem tussen de Keniaanse stofwolken.
Afscheid nemen bestaat wel.
Ik ben om 6:30 opgestaan om Sally tijdens haar laatste uur in het kamp te begeleiden. Ze wilde niet dat iedereen wakker werd om haar uit te zwaaien, maar we werden al snel door steeds meer mensen vergezeld en uiteindelijk door iedereen. Sally was één en al stress, dus ik heb maar even haar ontbijt gemaakt en haar tassen verzameld. Uiteindelijk, om half 8 ofzo, vertrok ze naar het vliegveld. Echt balen. Zo gemeen als ze was tijdens haar dronken nacht, draai dat 180 graden om en je hebt Sally in haar normale toestand. Ik ga haar zeker missen.
Mijn dag was al lichtelijk verpest door die afscheid en het werd er niet beter op. Rond lunchtijd zouden er namelijk nog een stuk of 8 mensen vertrekken. Wachten duurt lang, als je met zijn allen rond de tafel naar ingepakte koffers zit te staren. Gelukkig had ik in de ochtend nog wat afleiding. Er moest namelijk nog lesgegeven worden. Om 9 uur (Afrikaanse tijd, een half uur later dus) kwamen de Muhaka kinderen om Finding Nemo te kijken. In de wasafdeling van ons toiletgebouw was een projector geplaatst met een laptop en wat speakers. Tijdens de film noteerde ik wat vragen die ik later zou stellen aan de kinderen om ze bewuster te maken van de boodschap en het koraal. Niet wetende dat dit een vergeefse poging was.
Toen de film was afgelopen konden we nog niet meteen aan de les beginnen. Er was namelijk een tarantula gespot in de hut van de jongens en er werd flink in het rond gekrijst. Dat moest ik zien! Het beest was grijs en harig en groot. Nadat we er met zijn allen, onder een luid ge-oeh, ge-iel en ge-aah, een paar minuten naar gekeken hadden besloot de tuinman er radicaal bovenop te springen. Dood. Begraven.
We hadden verwacht dat we de kinderen in ons kamp zouden lesgeven, maar we bleken naar hun school te moeten gaan. Prima, dat is toch om de hoek. Bij de school aangekomen wilden we naar binnen gaan, maar dat mocht niet. De les moest buiten gegeven worden. Vraag me niet waarom, maar het kostte het halve lesuur om de banken en het schoolbord buiten op te stellen. Ik had besloten dat ik de les wel zou beginnen, aangezien ik de enige was die zich had voorbereid. Nou, daar ging ik dan. Ik probeerde een makkelijk begin: hoe vonden we de film? Geen antwoord. Leuk? Instemmend geknik. Wil iemand iets vertellen over het verhaal? Geen antwoord. Dan maar iemand aanwijzen. Weet jij waar het verhaal over ging? Geen antwoord. Andere dan maar. Ook geen antwoord. Goed. Niemand antwoord. Verstaan ze me niet? Zijn ze bang? Hebben ze niet opgelet? Volgende vraag dan maar: welke dieren heb je allemaal gezien? Ik wees kinderen aan, want uit zichzelf zouden ze niets roepen. Maar nee, weer geen antwoorden. Ik vroeg een jongen of hij het kon schrijven. Dat wilde hij wel en ik liet het lijstje doorgeven. Toen hij weer terug was bij mij besloten we dat dit niet de manier was. De kinderen kunnen niet spellen. ‘Fhsi man'. (Fisherman, dit zijn kinderen van 15 jaar oud.) Dan maar de makkelijkste weg: iedereen kreeg een papiertje en kleurpotloden, en dan mochten ze de dieren die ze gezien hadden tekenen. Ik hield mijn leerzame vragen over de bedreigende factoren voor het koraalrif maar voor gezien.
Na een kleuterlesje tekenen was het tijd voor de lunch. En toen maar wachten, wachten en wachten. Het vervoer voor de vertrekkende kampgenoten kwam maar niet. De tijd begon te dringen, want Joe moest al over 2 wegvliegen en met een beetje pech kon de rit naar Mombasa wel 3 uur duren. Ik denk niet dat hij zijn vlucht uiteindelijk gehaald heeft, want ze vertrokken pas tegen half vier.
Voor ons had het ook geen zin meer om naar het strand of iets dergelijks te gaan. Het was al laat en iedereen was moe, verdrietig en/of chagrijnig. Ik wilde het liefst gaan slapen en deze dag vergeten. Maarja. Er is trouwens wel een nieuw meisje gekomen, genaamd Sarah. Lijkt me wel aardig, zo op het eerste gezicht. Ze brengt weer een nieuw accent in de groep: ‘Mie mum, mie dad.'
'You can be a fisherman's wife.'
Na het stevigste ontbijt tot nu toe reden we naar het strand. We hielpen vandaag de ‘fishermen' met hun activiteiten. Eerst moesten we gaan zitten en kregen we een kleine introductie van de visser die het best Engels sprak. Hij vertelde over hun dagelijkse bezigheden en welke visjes er zoal gevangen worden. Vervolgens gingen we het rijtje af om onze naam en afkomst te vertellen. ‘I am Sandrine, and I'm from the Netherlands', zei ik. Dat was blijkbaar het verkeerde land dat in het verkeerde keelgat schoot. De visser meldde mij namelijk meteen het volgende: ‘Ah okay, that's why. You're not very active.' Uhh. Pardon?! Juist. Voor zover ik wist, was er nog niemand ‘very active'. We zaten namelijk in een rijtje op de grond. Vijf minuten nadat we op plaats delict waren gestrand. Te luisteren naar een verhaaltje. Maar het kan aan mij liggen.
Even later werden ons verschillende vissen geshowd die ze zoal vangen tijdens een dagje vissen. ‘You like it?', zei het mannetje, terwijl hij met een blauw-gelig visje voor mijn neus stond te zwaaien. ‘Uhh, yeah I like it', zei ik, want het beestje zag er best mooi uit ondanks zijn doodheid. ‘I will cook it for you', was zijn respons. Oké. Prima. Mijn hoofd vol vraagtekens. Wat was zijn probleem?
Ik weet het nog steeds niet. Ik denk wel dat hij me later wat aardiger vond, want ik bleek vrij goed te zijn in net-weaving en iets anders. (Vlechten met hout om een vismand te maken.) Dit was ook best leuk om te doen, en om te ervaren hoe het is voor die mannen om die supersize netten helemaal met de hand te maken. Ondertussen waren vier anderen uit vissen gegaan met zulk soort netten. Ik had me hier maar niet vrijwillig voor aangemeld, aangezien ik een bepaald vermoeden had dat ik weleens Lichtelijk Misselijk zou kunnen worden. Laat mij maar een net maken!
Toen de anderen terugkwamen, bleken ze wat gevangen te hebben. Whoehoe! De vangst moest eerst worden gewogen en daarna werden een paar visjes voor ons gekookt om te proeven. Ik zweer je, dit was de lekkerste vis die ik ooit heb gegeven. Delish, zou Jamie Oliver zeggen. Vers uit de zee, tien minuten geleden nog levend. Hmmmmnjamnjamnjamnjamnjam!
Na de lunch hoefden we alleen nog maar een lesplan te schrijven over alles wat we deze week geleerd hebben over het koraal. Morgen komen de schoolkinders namelijk naar ons kamp om Finding Nemo te kijken en van ons te leren over het koraal. Dat zal gezellig worden. Op de terugweg besloot onze chauffeur een shortcut te nemen. Dit was duidelijk bedoeld als korter in afstand en niet in tijd. We namen een, voor onze begrippen, onbegaanbare weg die we met 10 km/uur trotseerden. Het gegeten visje is hierbij 756 keer heen en weer geschud. Arm beestje. Na een rit die uren leek te duren kwamen we aan bij het kamp.
's Avonds zijn we uit eten gegaan bij een goedkoop Italiaans restaurant, want morgen vertekken heel wat mensen naar huis. Waaronder Sally en James. Echt jammer, het zal een stuk stiller worden in het kamp.
Noken in the koken.
De leukste dag van de week zou dit worden volgens bronnen uit het kamp die de marine al eerder hadden gedaan. Nou, overdrijven is ook een vak. Er was ons verteld dat we stevige schoenen aan moesten trekken, want we gingen naar een Mangrove-bos. Dat zijn bomen die half op het strand en half in de zee groeien, met veel wortels die boven de grond uitsteken.
We kwamen aan in een gezellig dorpje - ik denk dat het Gazi heet - waar we nog nooit zijn geweest. Arm uiteraard, maar het zag er gemoedelijk uit. We namen plaats in een gebouwtje van de ‘Red-de-Mangrove-bomen-stichting' (zo heet het vast niet) en kregen hier een lezing over ecosystemen en de bedreigende factoren voor de bomen. Dat was allemaal best interessant. Onze taak was het meten van geplante Mangrove-bomen, die gebruikt worden voor restauratie.
Enthousiast begonnen we onze gegevens te verzamelen. Helaas was dat enthousiasme maar van korte duur. Na het meten van drie boompjes, bleken we namelijk door een soort moeras te moeten lopen. En daar was men natuurlijk niet op voorbereid. Ik zou het niet zo'n probleem hebben gevonden als ik niet de dag daarvoor was gedwongen met mijn werkschoenen door de zee te lopen. Maarja, die lagen nu te drogen en ik was niet van plan mijn All Stars ook nog eens op te offeren. Gelukkig had ik vanochtend ‘voor de zekerheid' waterschoenen meegenomen, maar dat gold niet voor de anderen. Resultaat: iedereen Lichtelijk Geirriteerd. Het zou niet zo erg zijn als we echt iets nittugs deden, maar dat deden we niet. Onze research was namelijk bedoeld als ‘exercise' en niet om ook maar een minuscuul beetje de bomen te redden. Dat hadden ze ons beter niet kunnen vertellen. Denk ik.
Zonder enige motivatie hebben we nog wat boompjes opgemeten op een wat droger stuk. Iedereen was ondertussen hongerig en humeurig. Het begint ook echt te irriteren dat we hier het merendeel van de tijd het gevoel hebben dat we helemaal niets bereiken hier. Het lijkt soms wel een schoolreisje.
We liepen een flink stuk naar de Woman's Mangrove Boardwalk: een gebied waar steigers aangelegd zijn om tussen de bomen door te lopen zonder de natuur te bschadigen. Hier zouden we onze lunch krijgen. Het was even wachten, maar uiteindelijk kwamen vijf Gazi-vrouwen met potten en pannen op hun hoofd onze kant op lopen. We konden niet wachten! We aten lokaal voedsel en in stijl: op een matje op de grond met de schoenen uit. Er was rijst, viscurry, chapati's, bananen, groenten, vis, en onverklaarbare figuurtjes die je in een superhete chilisaus moest dopen. Het was allemaal superrrrrrlekker!
Na de lunch namen we de boardwalk, wat ons nog wat mooit uitzichten en foto's opleverde. Ons ‘werk' was het repareren van de steigers. In de praktijk kwam dit erop neer dat we 3 spijkers in het hout hebben geslagen. Met zijn allen. Na deze zeer nuttige bijdrage aan de Keniaanse maatschappij gingen we weer terug naar het kamp. In de bus bedacht ik dat de middag de ochtend toch wel had goedgemaakt. Het Mangrove-bos was mooi om te zien, de traditionele lunch was heerlijk en het dorp was weer zeer indrukwekkend. Hoe vaak ik ook tegen mezelf blijf zeggen dat de mensen hier echt in hutjes van takken en modder wonen, ik vind het nog steeds moeilijk te geloven. Fascinerend.
De avond van vandaag heeft mijn humeur helemaal op en top gemaakt. Na het diner kwam een groep traditionele dansers en muzikanten een show geven in ons kamp. Dit was echt superleuk. Er werd flink met de bossen hout geschud en in het rond gejodelahietiet. Het was echt ge-wel-dig. Dat klinkt sarcastisch uit mijn vingers, maar ik meen het. I loved it. Ik heb dus ook weer mijn bijdrage geleverd door wat sieraden van ze te kopen.
Ik wist niet dat ik nog meer lol kon hebben op een avond, maar het bleek mogelijk. Men is hier namelijk zeer geinteresseerd in het leren van Nederlandse woorden. En dan vooral woorden uit een Bepaalde Categorie.
[Oma Alert: het verhaal is afgelopen, u kunt stoppen met lezen! :D]
Naast verschillende synoniemen voor een bepaald stuk vlees tussen mannelijke benen, heb ik mijn slaapkamergenoten the one and only Nederlandse woorden geleerd. ‘Neuken in de keuken.' Hilarisch. Dit is inmiddels een van de hoofduitspraken in het kamp die continu herhaald wordt. ‘Noken in the koken'. ‘Noiken in the koiken'.
Hmm. Misschien was dit toch wel de leukste dag van de week.
Terug naar de kleuterschool.
Tweede dag Coral Conservation. De dag begon op basisschoolniveau: we moesten posters maken om aandacht te trekken voor de bescherming van het koraalrif. Het kwam erop neer dat we met drie personen één A4'tje mochten onderkladderen met potloden en waterverf. Onze slogan was ‘While you dive, keep the coral alive!'. Deze werd vergezeld door visjes in allerlei kleuren en wat zeewier. Als je zou zeggen dat een kleuter het gemaakt had, zou iedereen het geloven. Het ergste is nog wel dat we ‘klaar' waren en de juffrouw onze poster niet goed vond. We hadden namelijk niet gezegd HOE je het koraal in leven moest houden. Oh. Hoe konden we zo dom zijn? Bedankt trouwens dat u het zo op tijd heeft gemeld, juf. Joost mag weten waar ze onze vodjes gaan ophangen.
In de middag hebben we op een wat volwassener niveau gewerkt. Toen het eb was, zijn we langs de kust gelopen om research te doen naar planten en zeewezens. Op een lijn van ongeveer 150 meter vanaf het water, moesten we voor elke 5 meter aantekeningen maken over het percentage zeewier, zee-egels e.d. Echt gekke dingen zijn dat, die zeeeeeeeeegels. Bewegende, stekelige zwarte bolletjes. Doen alleen pijn als je erop gaat staan, volgens de juf. Goh.
Toen we alle gegevens hadden verzameld, moesten ze uitgewerkt worden op de computer. Dat was mijn taak natuurlijk. Hopelijk zijn de koraalredders er wijzer van geworden. Net voordat we teruggingen, liepen we nog even langs de ‘winkel' (paar aan elkar geknoopte takken) van de Masai op het strand om wat sieraden te bekijken. Wat onderhandelen, wat lastig gevallen worden en weer terug naar het kamp. Het blijft leuk op Diani Beach!
Even het strand opruimen.
Deze week werk ik bij Diani Marine aan het milieu in en om het water. Spannend hoor, het koraal redden! We werden voorbereid met een Powerpoint-presentatie over verschillende reefs en hun bedreigingen. Een van die bedreigingen is natuurlijk al het afval op het strand. Aan ons de taak om dat vandaag op te ruimen. Oftewel: weer een beach clean-up. We informeerden nog even waarom er geen prullenbakken geplaatst worden op het strand. Antwoord: er is niemand om ze te legen.
Gewapend met een vuilniszak en een latex handschoentje gingen we op pad. Zes vuilniszakken later was het tijd voor de lunch. Er was gekookt, maar men was vergeten om borden en bestek aan ons mee te geven. Probleempje dus. Na een minuut of tien staren naar de pannen hebben we het uiteindelijk voor elkaar gekregen om wat borden en lepels van Aqualand te lenen. En wat voor borden! Vraag me niet wat het was, maar de oorspronkelijk witte borden zagen letterlijk zwart (oké, bruin) en waren nat. Maarja, hongerrrrrrrr, dus ogen dicht en eten maar. Het was de smerigste lunch die ik hier tot nu toe heb gehad, want ook het eten was voor het eerst niet lekker. Weer een ervaring rijker zullen we maar zeggen.
Na de lunch stond een 'community beach clean-up' op het programma. Hetzelfde als vanochtend dus, maar nu begeleid door kinderen van de Muhaka Primary School. Het ging nu alleen wel een heel stuk sneller! Mijn Afrikaanse maat mompelde allerlei dingen tegen mij, maar ik verstond er geen letter van. Toen ik hem vroeg of hij nog wat geleerd had vandaag, was het antwoord nee. Ik neem voor het gemak maar even aan dat er dus geen leraar was vandaag. Hij had wel een liedje geleerd, zei hij. Hij wilde het wel voor me zingen. En ja hoor, ik kreeg het alom bekende ‘Jambo Buena' te horen. Dit is een soort volkslied/welkomstlied wat altijd gezongen wordt voor ons door de kinderen. Erg leuk, maar niets nieuws geleerd dus.
Op de terugweg zat de bus lekker vol, want de kids reden mee terug naar Muhaka. Onderweg heb ik ook eindelijk mijn post kunnen versturen, dus hopelijk gaat dat nu eindelijk vliegen. (En blijkbaar is dat gelukt!)
Sally is inmiddels terug in het kamp en heeft een brief met haar excuses geschreven aan ons. Ook weer opgelost.
Weekendse Wodkannibalenverhalen.
Ja hoor, het was weer raak vannacht. Om 22:00 uur 's avonds vertrok iedereen behalve Joe en ik naar het strand en disco Shakatak, nadat ze zich natuurlijk hadden voorbereid met een drinkspel in het kamp. Dat was allemaal nog grappig, maar ik was blij dat ik niet mee ging met de toen al luidruchtige bus.
Na een uur of drie slaap kwamen de eerste mensen terug. Drama. Sally was straalbezopen en werd door George en Ellie naar haar bed gesleept. Dit ging echter niet makkelijk, want ze was kwaad op iedereen en scheldde erop los. Ondertussen wilde ze met rust gelaten worden, maar moest ze wel kotsen. Ik zal even kort samenvatten wat er is gebeurd. Sally heeft een halve emmer volgekotst en de rest door de kamer verspreid. Ze is tien keer in en uit bed gegaan, heeft op deuren gebonsd en mensen uitgescholden. Toen we haar uiteindelijk zover hadden gekregen om te gaan slapen, kroop ze in het bed van een ander en kotste daar ook nog even lekker de vloer onder. (Dit gebeurde allemaal in mijn kamer.) Ik ging op een gegeven moment maar uit bed, want Sally was hard aan het huilen en ik wilde weleens even weten wat er allemaal gebeurd was. Het bleek dat ze in Shakatak mensen in het gezicht had gespuugd en zwarte mensen had uitgescholden en naar hen had geroepen dat ze terug moesten gaan naar hun eigen land. (Right.) Ongelofelijk, hoe iemand radicaal kan veranderen met alcohol in haar lijf.
Nouja, ik heb de rest van de nacht niet echt meer kunnen slapen, want er kwamen steeds weer mensen binnendruppelen. Vervolgens vond James het leuk om met zijn bezopen kop 's ochtends vroeg onze kamerdeur er bijna uit te rammen. Lekker is dat, als je ziek in bed ligt. Vanochtend was het drama natuurlijk nog niet afgelopen, want Sally werd wakker en kon zich niets meer herinneren. Maarja, er stond wel een emmer kots naast haar bed en haar ogen waren helemaal uitgepuild. Ze raakte volledig overstuur, kon alleen nog maar huilen en boos zijn. Ik denk op zichzelf, omdat ze zich schaamt. Inmiddels is ze naar het ziekenhuis gebracht en daar zal ze de komende dagen nog wel moeten blijven.
Ik besloot vandaag maar mee te gaan naar het strand zodat ik daar in de buurt kon internetten. Ik heb al genoeg in het kamp gezeten vind ik. Maarja, mijn hoofdpijn is still there, ik hoop dat die binnenkort overgaat. Het is gewoon irritant dat je hier geen enkele nacht goed kunt slapen. Vooral als je hard slaap nodig hebt. Omdat we met acht personen op een kamer liggen, is er altijd wel iemand die je wakker houdt. Vanavond maar weer proberen.
Dan nu de wekelijkse reactie-op-de-reacties-ronde.
Mara: ik zal proberen een foto te maken van Smerik. Hij is zometeen vast wel weer met zijn goddelijke lichaam op het strand te vinden, om mij te confronteren met het feit dat ik hem niet gebeld heb om op zijn supercoole party te komen.
Mam: ja ik ben al lekker Afrikaans hoor! Gevaarlijk, dat vuur in het bos? Maak dat de mensen hier wijs, ze steken letterlijk alles in de fik. Eergisteren stonden er nog drie stukken land in de fik, die zich 2 meter van het hek van ons kamp bevonden. Spannend.
Ananas: het volleybalveld is nog steeds niet klaar. Vraag mij niet waarom. Ik weet ook niets van een bal af dus het zal me niets verbazen als er nooit gevolleybald gaat worden. Maarre, die mannen kan ik wel aan hoor. Zoiets noem je toch ook geen man. En ik word beschermd door de mannen uit mijn kamp, die ook allemaal een hekel hebben aan ‘Ayrik', whahaha.
Nevelige Neusvreter: De beschrijving ‘goddelijke mannenheaven' komt niet eens in de buurt van waar ik me bevind. Het is nog prachtiger. Wacht maar tot je mijn kaart krijgt. Mijn huid heeft inmiddels de vuurtorenkleur overtroffen, maar die foto's heb ik nog niet gepubliceerd. Ik ben verder erg blij dat je onze vriendschapsband zo extreem serieus neemt. Vandaar dat ik ook iets voor je heb teruggedaan. Hiervoor wil ik je nogmaals verwijzen naar de kaart die hopelijk ooit nog op de bus gaat. Kun jij mij dan die spray sturen? Ik wilde hem meenemen, maar mijn tas was te zwaar op Schiphol dus toen heb ik hem er maar uitgehaald.
Ria: Bedankt, de kinderen zijn inderdaad erg schattig. Hoewel je daar misschien anders over denkt na de smerige verhalen die ik vandaag heb gepost. Maar als ik er eentje voor je mee moet nemen roep je maar, ze merken het hier waarschijnlijk toch niet.
Luus: Ik heb zeker geen spijt van deze actie. Het is erg tof om alles mee te maken, raar ook, en anders dan ik had verwacht. Het is echt een hele andere wereld, maar leuk om zeker nog een keer te bezoeken.
Sofuuuuuuu! Ik dacht meteen aan jou toen ik Erik ontmoette. Ik denk dat jij spontaan misselijk was geworden en over hem heen had gekotst als je hem hoorde praten. En terecht. En dat je vervolgens je feministische preek zou houden, waar hij waarschijnlijk geen woord van snapt. Hij weet namelijk niet dat een vrouw een persoon is, dus dan is de link met alles wat je zegt nogal moeilijk te leggen. Maar gelukkig hebben wij de enige echte Erik nog! En dat van die rok was een grapje, zeker? Ik mis jullie ook heel erg, maar ik kijk uit naar het moment dat ik iedereen weer zie. Het is fijn om er in zo'n ver land achter te komen dat mensen het boeiend vinden wat ik meemaak. Journalistiek heb ik overwogen, maar een studie heb ik daar toch zeker niet voor nodig hè?
Diani Beach Hospital
Vannacht ben ik een paar keer wakker geworden met een raar gevoel in en op mijn hoofd. Ik was bij elk toiletbezoek nog steeds duizelig en mijn gezicht was gaan opzwellen. Ohnee, wat is dit nu weer?!
Toen ik officieel opstond, zat mijn linkeroog bijna dicht. ‘How are you feeling today, Sandrine?', heb ik wel tien keer gehoord. ‘Crap', heb ik daar tien keer op geantwoord. Ik zat zwaar in dubio. We zouden een citytour door Mombasa gaan maken en daar wilde ik graag bij zijn. Mijn kampgenoten trokken echter ieder hun eigen conclusie bij het zien van mijn gezicht en ik werd doodgegooid met medicijnen. Ik heb er maar eentje gebruikt, maar uiteindelijk ben ik toch niet meegegaan want ik kon van duizeligheid amper op mijn benen staan. Ik ga wel gewoon internetten, mijn kaarten op de bus doen, en naar het strand vandaag, dacht ik. Eerst nog even slapen.
Toen ik uit bed kwam was er geen ontsnappen meer aan: de strandgaande kampgenoten stuurden me naar het ziekenhuis. Shit. Ik wil echt niet. Maarja, het huilen stond me nader dan het lachen, en Eustace belde een ambulance. Het duurde nog even voordat die kwam, want hij dat onderweg vast in het zand. Tsja. Dat heb je weleens. Hier.
Ik liep met mijn rugzak het ziekenhuis in, met de gedachte hier de komende twee dagen niet meer uit te komen. Eenmaal bij de dokter aangekomen stelde hij me wat vragen. Nee, geen diarree en niet overgegeven, wel duizelig en hoofdpijn. En een opgewollen gezicht. Sunstroke, was de diagnose. Hij begon een recept uit te schrijven en vermeldde daarbij dat ik tien dagen lang een pil moet slikken en een bepaalde lotion op mijn verbrande gezicht moet slikken. En ik zou een injectie krijgen. Hoorde ik dat goed? Was dat het? Hoefde ik niet te blijven?
Met een beetje goede moed liep ik naar de pharmacy-afdeling en werd ik meegenomen naar een kamertje waar ik een prik kreeg. Daarna moest ik mijn medicijnen ophalen en betalen bij de receptie. ‘Just take place, I'll call the driver to take you back', zei de baliedame. Yes dude, ik mag echt weg!
Op de terugweg was de weg weer geblokkeerd door een vastzittende auto. Maar wat kon mij dat schelen. Ik was de eerste uit het kamp die niet in het ziekenhuis hoefde te blijven. De rest van de middag heb ik geslapen en gelezen en water gezopen. Vanavond gaat men uit, maar ik ga natuurlijk niet mee.